Ontdekken

Probeer maar eens iets zinnigs over Brakel te beweren, zonder adjectieven als ‘schilderachtig’ en ‘pittoresk’ in de mond te nemen. Onbegonnen werk. Afhankelijk van de hoek, de heuvel, de bocht van waaruit je kijkt, waan je je in de Dordogne, Toscane of Umbrië.

De golvende landschappen, waarin kleurrijke velden en bossen haast magisch met elkaar afgewisseld worden, zijn doorspekt met kleine en nog kleinere dorpskernen waar het leven van weleer zich niet laat verstoren door de stress die we modern noemen.

Brakel is één van die alsmaar zeldzamere gemeenten waar je moet zijn om uit te blazen, om op adem te komen, maar evengoed om je ademhaling te testen.

Want wie zich, zoals de vele renners en wandelaars die de streek verkennen, van deelgemeente naar deelgemeente wil verplaatsen, die zal over een tweede adem moeten beschikken. Brakel (circa 14.000 inwoners) is de verzamelnaam van 8 deelgemeenten : Elst, Everbeek, Michelbeke, Nederbrakel, Opbrakel, Parike, Sint-Maria-Oudenhove en Zegelsem.

De acht deelgemeenten zijn eigenlijk allemaal aanraders, allemaal dorpjes met een eigen charme en een eigen verhaal. Allemaal hebben ze prachtige landerijen, zoals je ze elders nog zelden vindt, heuvels, weiden en akkers met een verscheidenheid in fauna en flora die even gevarieerd en zeldzaam is als de sterk wisselende bodems die je alleen in deze streek aantreft. De naam Brakel zou ontstaan zijn uit de Germaanse termen ‘braco’ (=varen) en ‘lauca’ (Germaans voor ‘bosje op hoge zandgrond’). Je treft er kleine en grote bospartijen aan. Weiden, akkers en beekoevers zijn vaak afgezoomd met bomen. De natuur is hier nog de baas. Mede daardoor is de grootste troef van Brakel misschien wel de rust. Niet van het soort rust dat roest verwekt. Want Brakel leeft.

In het hart van de Vlaamse Ardennen biedt Brakel ‘het beste uit de Vlaamse Ardennen’

De geschiedenis van Brakel gaat terug tot de Romeinse tijd, getuige de overblijfselen van de heerbaan Gent-Bavai, de Romeinse weg en de kaarsrechte Leinstraat. De pittoreske omgeving toont een intens historisch, agrarisch en religieus verleden. Kastelen, grote hofsteden, kerken en bidhoekjes duiken overal op.

Het meest in het oog springen de beschermde Sint-Martinuskerk in Opbrakel, de neogotische Toepkapel – kapel van de Vrede- in Nederbrakel, de sint-Ursmaruskerk in Zegelsem met de fraaie oude linden en de Elstkerk voor ‘tandpijnheilige’ Sint-Apollonia. Het kasteel ter Wolfskerke, met Victoriaanse toren, en het hof Ter Wolfskeke, met ijskelder, zijn meer dan een ommetje naar Opbrakel waard. Tussen Nederbrakel en Michelbeke staat het kasteel van Lilare. Verscholen achter een brede dreef staat de monumentale ingangspoort gekenmerkt door twee gespitste, vierkante hoektorens.

Aan water en wind geen gebrek. Tal van molens verraden een nijverig agrarisch verleden. Een hard tijdperk waarin bos- en natuurgronden werden gecultiveerd en het Brakelse landschap zijn actuele aanblik kreeg. Vooral de Verrebeek- windmolen en de Perlinck-watermolen – de oudste van Vlaanderen – springen in het oog.

“kerken en kastelen, hofsteden en molens…larderen het groene landschap.”